• +31 (0) 40 29 38 700
  • info@dehaas-vanophoven.nl
    LOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEF
    • Welkom
    • Kernwaarden
    • Diensten
    • Relaties
    • Nieuws
    • Brochures
    • Contact
    Serviceloket
    ✕
    Beantwoording Kamervragen box 3
    9 maart 2023
    Forfaitaire rendementspercentages 2022
    23 maart 2023

    Overtollige liquiditeiten onderneming

    16 maart 2023

    De vraag of een vermogensbestanddeel ondernemingsvermogen of privévermogen vormt, is in beginsel afhankelijk van de wil van de ondernemer. Zijn keuzevrijheid wordt beperkt door de grenzen van de redelijkheid. Die grenzen worden overschreden als hij duurzaam overtollige liquide middelen, die in de onderneming geen functie hebben, tot het ondernemingsvermogen rekent.

    De ondernemer mag naast de liquide middelen voor de financiering van de lopende bedrijfsuitgaven en de te verwachten investeringen ook liquide middelen aanhouden ter dekking van risico’s en tot opbouw en instandhouding van reserves. De aard en omvang van de onderneming speelt daarbij een rol. Het is aan de Belastingdienst om aannemelijk te maken dat en tot welk bedrag sprake is van duurzaam overtollige liquide middelen.

    Bij de behandeling van de aangiften IB 2017 en 2018 van een ondernemer heeft de Belastingdienst een groot deel van de in de onderneming aanwezige liquide middelen als overtollig aangemerkt. Over 2017 hield de Belastingdienst rekening met een reservering voor de aanschaf van een auto van € 28.000 bij de bepaling van de hoeveelheid liquide middelen die tot het ondernemingsvermogen zijn gerekend. Voor 2018 heeft de Belastingdienst rekening gehouden met een reservering voor de auto van € 60.000. In de procedure voor de rechtbank Den Haag heeft de Belastingdienst gesteld dat over 2017 de reservering voor de auto met € 32.000 verhoogd dient te worden. De rechtbank heeft dat overgenomen. 

    Gelet op de omvang van de onderneming, de sinds 2014 dalende omzet en de weinig concrete plannen met betrekking tot toekomstige investeringen is de Belastingdienst naar het oordeel van de rechtbank geslaagd in de bewijslast dat de liquide middelen grotendeels overtollig waren. De ondernemer heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die tot een andere conclusie zouden leiden.

    Bron:Rechtbank Den Haag| jurisprudentie| ECLINLRBDHA202214133, SGR 21/3384 en SGR 21/8397| 18-12-2022
    Share
    0

    Related posts

    7 december 2023

    Toepassing gerichte vrijstellingen voor werknemer met buitenlandse werkgever


    Read more
    7 december 2023

    Kamervragen set-aside-regeling en landbouwvrijstelling


    Read more
    16 november 2023

    Toepassing arbeidskorting op arbeidsongeschiktheidsuitkering?


    Read more

    Contact & Route


    Bedrijventerrein Rapenland 1028
    Thorvaldsenlaan 6a
    5623 BN Eindhoven
    Postbus 1781
    5602 BT Eindhoven

    KVK 172.75.105
    BTW NL 8060 95 088 B01
    info@dehaas-vanophoven.nl
    Telefoon +31 (0) 40 29 38 700

    Website


    Algemene Voorwaarden
    Privacy Policy
    Disclaimer
    Register Belastingadviseurs
    Contact
    © 2023 De Haas & Van Ophoven - Alle rechten voorbehouden

        


    Design & Concept by DHVV