• +31 (0) 40 29 38 700
  • info@dehaas-vanophoven.nl
    LOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEF
    • Welkom
    • Kernwaarden
    • Diensten
    • Relaties
    • Nieuws
    • Brochures
    • Contact
    Serviceloket
    ✕
    Terugbetaling teveel opgenomen verlof
    2 juni 2022
    Wijziging pachtnormen per 1 juli 2022
    16 juni 2022

    In Nederland verdiend arbeidsinkomen

    9 juni 2022

    Hof Den Bosch heeft onlangs uitspraak gedaan over de toepassing van het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met het Verenigd Koninkrijk. De procedure betrof een inwoonster van het Verenigd Koninkrijk, die in 2017 inkomen uit Nederland heeft genoten.

    In dat jaar verbleef zij een aantal maanden in Nederland. Voor de toepassing van de Wet IB 2001 is zij aangemerkt als buitenlands belastingplichtige. Het inkomen uit Nederland bestond uit het loon uit dienstbetrekking in Nederland, de AOW-uitkering en de ANW-uitkering. Op grond van de Wet IB 2001 is Nederland bevoegd om over dat inkomen belasting te heffen.

    Het belastingverdrag met het Verenigd Koninkrijk (VK) wijst Nederland aan als land dat mag heffen over het loon uit dienstbetrekking. De dienstbetrekking is in Nederland uitgeoefend en het loon is betaald door een werkgever, die in Nederland is gevestigd. Als het VK belasting zou heffen over het loon uit deze dienstbetrekking moet het VK een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting verlenen op grond van het belastingverdrag.

    De belastingheffing over de AOW- en de ANW-uitkering is toegewezen aan het Verenigd Koninkrijk. Volgens het belastingverdrag hoeft Nederland deze uitkeringen alleen vrij te stellen voor zover zij in het VK belast worden. Deze uitkeringen worden in het Verenigd Koninkrijk slechts belast voor zover zij daarheen zijn overgemaakt of daar worden ontvangen. Uit de door de belanghebbende overgelegde stukken bleek dat de uitkeringen niet in het VK zijn belast. Dat heeft tot gevolg dat Nederland die uitkeringen niet hoeft vrij te stellen van belastingheffing.

    Bij het vaststellen van de aanslag is de inspecteur uitgegaan van premieplicht voor de volksverzekeringen gedurende de maanden mei tot en met juli 2017. In die maanden verbleef de belanghebbende in Nederland en verrichtte zij hier werkzaamheden. Op grond van een Europese verordening is de werkstaat bevoegd om premies te heffen in het geval een inwoner van een lidstaat van de EU werkzaamheden verricht op het grondgebied van een andere lidstaat. Volgens het hof heeft de inspecteur het premie-inkomen terecht gesteld op een tijdsevenredig deel van het maximale premie-inkomen, aangezien dat lager is dan het wereldinkomen over 2017 van de belanghebbende.

    Bron:Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch| jurisprudentie| ECLINLGHSHE20221197, 21/00614| 12-04-2022
    Share
    0

    Related posts

    13 juli 2023

    Nieuw belastingverdrag met België


    Read more

    Contact & Route


    Bedrijventerrein Rapenland 1028
    Thorvaldsenlaan 6a
    5623 BN Eindhoven
    Postbus 1781
    5602 BT Eindhoven

    KVK 172.75.105
    BTW NL 8060 95 088 B01
    info@dehaas-vanophoven.nl
    Telefoon +31 (0) 40 29 38 700

    Website


    Algemene Voorwaarden
    Privacy Policy
    Disclaimer
    Register Belastingadviseurs
    Contact
    © 2023 De Haas & Van Ophoven - Alle rechten voorbehouden

        


    Design & Concept by DHVV