• +31 (0) 40 29 38 700
  • info@dehaas-vanophoven.nl
    LOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEFLOGO DHvO_DEF
    • Welkom
    • Kernwaarden
    • Diensten
    • Relaties
    • Nieuws
    • Brochures
    • Contact
    Serviceloket
    ✕
    Terugbetaling teveel opgenomen verlof
    2 juni 2022
    Wijziging pachtnormen per 1 juli 2022
    16 juni 2022

    Re-integratie tweede spoor en einde dienstverband

    9 juni 2022

    Op een werkgever en een arbeidsongeschikte werknemer rust de wettelijke plicht om de re-integratie van de werknemer in het arbeidsproces te bevorderen. Wanneer de werknemer blijvend arbeidsongeschikt is voor zijn eigen werk, ligt het op de weg van de werkgever om passende arbeid aan te bieden. Wanneer de werkgever daarin niet kan voorzien, is het aan hem om passende arbeid bij andere werkgevers te zoeken. Indien bij een andere werkgever passende arbeid is gevonden, blijft desondanks de arbeidsovereenkomst tussen de oorspronkelijke werkgever en de werknemer in stand.

    De vraag in een procedure was of een arbeidsongeschikte werkneemster door in het kader van re-integratie in het tweede spoor elders in dienst te treden haar arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De werkneemster werd begeleid door een jobcoach bij haar sollicitatieactiviteiten. Die begeleiding heeft geleid tot een dienstbetrekking elders voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van één maand, ingaande op 1 november 2021. De werkneemster heeft haar werkgever daarvan pas op de hoogte gesteld nadat deze het loon had uitbetaald over de maand november. De werkgever reageerde daarop met de mededeling dat hij de dienstbetrekking met ingang van 1 december 2021 als beëindigd beschouwde.

    De kantonrechter is van oordeel dat het enkel aanvaarden van een functie elders in het kader van het tweede spoor niet zonder meer als een beëindigingshandeling van de werknemer kan worden gezien. Dat geldt ook als het gaat om een ‘harde’ arbeidsovereenkomst bij die andere werkgever voor een vaste periode. Dat volgt uit de wetsgeschiedenis. De kantonrechter merkt verder op dat opzegging door een werknemer niet snel moet worden aangenomen. Het moet gaan om een duidelijke en ondubbelzinnige op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerichte wilsverklaring. In dit geval heeft de werkgever nagelaten om vast te stellen of de werkneemster daadwerkelijk de arbeidsovereenkomst heeft willen opzeggen. Omdat de werkneemster uiteindelijk heeft ingestemd met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 1 december 2021, heeft de kantonrechter de werkgever veroordeeld de transitievergoeding aan de werkneemster te betalen.

    De kantonrechter veroordeelde de werkgever ook tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging. De werkgever heeft voor het einde van de wachttijd van twee jaar arbeidsongeschiktheid de arbeidsovereenkomst als beëindigd beschouwd en daarbij geen opzegtermijn in acht genomen. Dat bij een juiste opzegging geen loon over die opzeggingstermijn verschuldigd zou zijn geweest doet aan de verplichting tot betaling en de berekening van de gefixeerde schadevergoeding niet af.

    Bron:Rechtbank Midden-Nederland| jurisprudentie| ECLINLRBMNE20221183, 9660060 ME VERZ 22-11 A/45353| 29-03-2022
    Share
    0

    Related posts

    7 december 2023

    24-weken-eis asielzoekers onderuit gehaald


    Read more
    26 oktober 2023

    Ontslag op staande voet vanwege diefstal


    Read more
    26 oktober 2023

    Loonvordering uitzendkracht jegens opdrachtgever afgewezen


    Read more

    Contact & Route


    Bedrijventerrein Rapenland 1028
    Thorvaldsenlaan 6a
    5623 BN Eindhoven
    Postbus 1781
    5602 BT Eindhoven

    KVK 172.75.105
    BTW NL 8060 95 088 B01
    info@dehaas-vanophoven.nl
    Telefoon +31 (0) 40 29 38 700

    Website


    Algemene Voorwaarden
    Privacy Policy
    Disclaimer
    Register Belastingadviseurs
    Contact
    © 2023 De Haas & Van Ophoven - Alle rechten voorbehouden

        


    Design & Concept by DHVV